De Redding

Kort na middernacht gaf de kapitein Edward John Smith een opdracht op de sloepen of reddingsboten in orde te maken. Alle sloepen werden ingeladen. De vrouwen en kinderen mochten allemaal als eerst. De eerste klas ging voor, en kregen wat ze wilden. En de derde klas is met het schip mee onder gegaan, want er zijn maar weinig mensen van de derde klas gered. Op het schip wist iedereen wat er ging gebeuren; ook het orkest maar ondanks dat het schip zal gaan zinken maakten ze toch vrolijk muziek. Toen de Titanic uiteindelijk zonk kwamen er veel mensen in het water terecht. Het water was ijskoud, de mensen die in reddingsboten zaten konden naar ze toe varen, maar dat durfden ze niet, omdat ze bang waren dat de mensen in het water hen omver zouden trekken. Pas veel later ging 1 reddingsboot terug en zo konden ze nog 5 mensen uit het water halen. 1 daarvan ging dood door onderkoeling. Toen alle reddingsboten ingeladen en neergehaald waren duurde het nog 4 uur voordat het reddende schip (De Carpathia) eraan kwam. De Carpathia was omgedraaid omdat hij het noodsignaal had gehoord. Bij de redding waren een aantal mannen heel dapper, ze deden hun uiterste best om anderen te helpen. Anderen mensen waren laf en egoïstisch.